Jump Into the School Year (Literally) by Jolien Durwael

Spring het schooljaar in (letterlijk) door Jolien Durwael

Waarom jonge breinen hunkeren naar beweging – en hoe jij als ouder of leerkracht het verschil maakt

September. De brooddozen zijn weer gevuld, de boekentassen gewogen, en de agenda’s strak getrokken. De zomerse vrijheid maakt plaats voor schoolbanken, concentratie en structuur. Begrijpelijk. Maar tussen al dat zitten en leren schuilt een vergeten kracht: beweging.

Niet alleen voor de fysieke gezondheid van kinderen en jongeren, maar ook voor hun hersenen, hun stemming, hun zelfbeeld en hun leervermogen is bewegen geen luxe. Het is een noodzaak. Zoals voeding brandstof is voor het lichaam, is beweging dat voor het brein. En net daarom verdient het een vaste plek in de schoolroutine én daarbuiten.

Beweging voedt het brein

Dat kinderen een natuurlijke drang hebben om te bewegen, is geen toeval. Ons brein is evolutionair gebouwd op actie: rennen, klimmen, rollen, springen. Wat vroeger overleven was, is vandaag een sleutel tot beter functioneren.
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat regelmatige fysieke activiteit bij kinderen:

  • de concentratie verhoogt
  • het geheugen versterkt via verhoogde BDNF-productie
  • de stemming positief beïnvloedt (minder angsten, meer zelfvertrouwen),
  • en de schoolprestaties zelfs op lange termijn verbetert.

Beweging is dus geen pauze van het leren, het ís leren – met heel het lijf en alle zintuigen.

Hoeveel is genoeg?

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2020) hebben kinderen en jongeren tussen 5 en 17 jaar minstens 60 minuten matig tot intensieve fysieke activiteit per dag nodig. Denk aan fietsen, lopen, touwspringen, ravotten, voetbal, dans…
Maar ook korte beweegmomenten verspreid over de dag tellen mee. Het hoeft dus niet altijd in sportoutfit of in competitieverband te zijn.

Beweging op school: van moeten naar mogen


Veel kinderen brengen het grootste deel van hun dag zittend door. Toch hoeft de school geen statische plek te zijn. Integendeel.

Wat kan wél:

  • Bewegend leren: tafels oefenen met sprongen, nieuwe woorden leren terwijl je  met ballonnen vangt. 
  • Korte beweegpauzes tussen lessen: even opstaan, stretchen, dansen.
  • Buitenlessen of bosklassen waar leren én bewegen samengaan.
  • En vooral: vrije speeltijd die niet volledig gereguleerd is.

En na school? De kracht van kleine, dagelijkse rituelen

De schooldag zit erop. De boekentas ligt in de gang, het hoofd vol indrukken, het lijf wat stijf van al dat zitten. Precies dán is het moment om de natuurlijke impuls tot beweging ruimte te geven – niet als ‘extraatje’, maar als overgangsritueel van schoolmodus naar thuismodus. Want hoe kinderen bewegen na school, bepaalt méér dan hun conditie. Het beïnvloedt ook hoe ze slapen, hoe ze eten, en hoe ze zich reguleren.

Beweging hoeft niet groot, niet duur en zeker niet perfect te zijn. Wat wél werkt: herhaling, plezier en een vleugje vrijheid.


1. Het buitenkwartiertje


Stel een vaste gewoonte in: voor het huiswerk– eerst een kwartiertje buiten. Niet als straf, maar als cadeau.
Laat je kind kiezen: trampoline, schommel, rolschaatsen, een klein parcours in de tuin, een speurtocht in het park…
Het effect? Ze laden niet alleen fysiek op, maar schakelen ook mentaal over. En jij wint er een rustiger avond voor terug.


2. De beweegvriendelijke omgeving


Leg een springtouw, bal of hoepel in het zicht. Zet stoepkrijt klaar. Kinderen bewegen meer als de uitnodiging letterlijk voor hun neus ligt.
Een verplaatsbare minitrampoline in de woonkamer? Soms werkt het beter dan de zoveelste sportles.


3. Bewegen zonder dat het 'sport' is


Niet elk kind is dol op ploegsport of turnles. Maar misschien wél op:

  • een boom in de straat die uitnodigt tot klimmen,
  • een dansje dat viraal gaat op TikTok,
  • of een wandeling waarbij ze een podcast mogen kiezen.

Beweging kan ook:

  • een hindernissenparcours van kussens en stoelen zijn,
  • helpen in de tuin of bij de kippen,
  • of samen de hond uitlaten – mét stappenteller en een kleine uitdaging erbij.


4. Samen = sterker


Kinderen spiegelen zich aan wat ze zien. Als jij beweegt – of dat nu yoga, wandelen of tuinieren is – geef je het beste voorbeeld. Maak het een gezamenlijk moment:

  • “Zullen we even een wandeling doen voor het avondeten?”
  • “Wie wint er een mini-dansbattle terwijl de oven voorverwarmt?”
  • “Jij springt op de trampoline, ik doe squats ernaast – deal?”
  • Gewoon samen de trampoline op. Springen is gezond voor jong en oud(er)!


5. Beweging als decompressie, niet als verplichting


Na school heeft een kind geen behoefte aan nóg een lijstje dat moet. Laat beweging een middel zijn om spanning los te laten, niet iets dat ‘moet omdat het gezond is’.
Hoe meer je het inbedt in plezier en zelfgekozen vormen, hoe groter de kans dat het blijft kleven.

Wat als je kind niet “sportief” is?


Niet elk kind houdt van sportclubs, competitie of groepsdruk. Gelukkig is beweging breder dan sport:

  • Skaten, steppen, klimmen, kamp bouwen in het bos.
  • Yoga of mindfulness in beweging.
  • Dans, toneel, tuinieren, dieren verzorgen.
  • Of gewoon… veel buiten spelen.


Laat je kind mee kiezen en ontdek samen waar zijn of haar lijf van begint te glanzen.

Back to school, back in beweging – praktische tips

  • Plan beweging in als maaltijd – geen extraatje, maar deel van de dag.
  • Zorg voor goede schoenen en comfortabele kledij – dat nodigt uit.
  • Geef zelf het goede voorbeeld – ouders die bewegen, inspireren.
  • Verander de omgeving – een bal of hoepel in zicht doet wonderen.
  • Wees mild – één keer per dag springen telt ook. Alles is winst.


EXTRA: 5 beweegspelletjes voor binnen (regenweerproof & schermvrij)


1. Stoelendans XL


Gebruik een afspeellijst met vrolijke nummers en laat ze dansen tussen stoelen, banken of kussens. Geen stoelen eruit halen – wél elke ronde een nieuwe gekke opdracht (bijv. dansen op één been, in slow motion...).


2. Tapeparcours


Plak met schilderstape een hindernissenparcours op de vloer: kronkels, rechte lijnen, sprongetjes. Voeg opdrachtkaartjes toe: “loop als een beer”, “spring als een kikker”.


3. Ballon-challenge


Een ballon mag de grond niet raken. Extra moeilijk: gebruik alleen knieën of hoofden, of speel met kleuren ("alleen de blauwe mag je raken met links").


4. Dobbel-beweegspel


Gooi met een dobbelsteen. Elk cijfer staat voor een opdracht: 1 = 5 jumping jacks, 2 = 10 keer touwtjespringen (zonder touw mag ook), 3 = 3 yogahoudingen, enzovoort.


5. Mini-danswedstrijd


Laat elk kind een korte choreo maken op hun favoriete nummer. Jury? Papa met de vaatdoek. Of de hond.

Tot slot
Beweging is geen to-do op de lijst van een perfect schooljaar. Het is het fluïde fundament waarop kinderen hun energie kwijt kunnen, hun emoties reguleren, en hun hoofd vrijmaken om te leren, te groeien, te leven.
Laten we dit schooljaar beginnen met een sprong. Letterlijk.

Bronnen
Donnelly, J. E., Hillman, C. H., Castelli, D., Etnier, J. L., Lee, S., Tomporowski, P., ... & Szabo-Reed, A. N. (2016). Physical activity, fitness, cognitive function, and academic achievement in children: A systematic review. Medicine & Science in Sports & Exercise, 48(6), 1197–1222. https://doi.org/10.1249/MSS.0000000000000901


Hillman, C. H., Erickson, K. I., & Kramer, A. F. (2014). Be smart, exercise your heart: Exercise effects on brain and cognition. Nature Reviews Neuroscience, 9(1), 58–65. https://doi.org/10.1038/nrn2298


Janssen, I., & LeBlanc, A. G. (2010). Systematic review of the health benefits of physical activity and fitness in school-aged children and youth. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 7(1), 40. https://doi.org/10.1186/1479-5868-7-40


Tremblay, M. S., LeBlanc, A. G., Kho, M. E., Saunders, T. J., Larouche, R., Colley, R. C., ... & Gorber, S. C. (2011). Systematic review of sedentary behaviour and health indicators in school-aged children and youth.International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 8(1), 98. https://doi.org/10.1186/1479-5868-8-98


World Health Organization. (2020). Guidelines on physical activity and sedentary behaviour. https://www.who.int/publications/i/item/9789240015128

Terug naar blog